Violen okt. 2012

Vandaag heb ik violen gekocht. Het is herfst, alles wat zo mooi groeide en bloeide begint af te sterven. Een natuurlijk proces. Zo gaat het ook ons, mensen. Maar: violen zijn winterhard, zijn opgewassen tegen de vorstkou en bloeien meteen weer als de temperatuur maar iets begint te stijgen. Zo heb je dan, ook in de winter, als alles dood lijkt: bloemen, leven. Dood is niet alles, is niet een einde, maar een begin, een voortzetting van.

Mijn vader was tuinman, in hart en nieren. Mijn vader kweekte zelf violen. Zaaide, speende en selecteerde. Ik heb daar, als kind, heel vaak bij staan kijken. Aankomen mocht beslist niet: “most moar goud kiek’n, dan leerst het vanzulf!” Bij alles wat mijn vader in de tuinen deed had ik het nakijken, zelfs toen ik al ouder, volwassen was. “Ik doe het zelf, jij moet het nog leren, kijk nou maar, later, later moet je het zelf doen”. Ik heb me op die momenten zo vaak voorgenomen het later zelf net zo goed, liever nog beter te doen. Ik popelde, maar moest mijn beurt afwachten, steeds weer….

Het hele dorp had violen van mijn vader, jaar op jaar. In alle kleuren en soorten, de beste kwaliteit. Hij zette ze uiteraard allemaal zelf, bij iedereen, gereformeerd of hervormd of wat voor geloof dan ook, bij violen telde dat niet….

Vandaag heb ik violen gekocht. Ter ere van mijn vader? Ter ere van al diegenen die ons, ongewild maar toch, verlaten? Als “must”? Ik heb ze geplant, op precies dezelfde manier zoals mijn vader het deed, niet beter, niet minder, wel net zo, en zo goed en netjes mogelijk. Ik hoop dat hij kijkt…. en dat er nog veel meer meekijken………

Asten-Heusen, oktober 2012 
Kapitein Luuk