Pieter van de Mortel

Pieter van de Mortel, de vice-voorzitter van het shantykoor, heeft een prachtig bedrijf in Liessel.Het luistert naar de naam MCM. Onlangs heeft hij het bedrijf overgedragen aan zijn zoon Pim. Hier volgt het levensverhaal van Pieter.

“Nee, ik had dit zeker nooit gedacht aan het begin,” begint Pieter te vertellen. “We begonnen met het maken van simpele wagentjes. Daar kwam later DAF als klant bij en hierdoor werd het werk uitgebreid met laswerk. Toen ik achttien jaar was, ging mijn vader voor het eerst van zijn leven op vakantie. Moest ik alleen naar DAF toe. Doodeng vond ik het, maar gelukkig ging alles goed.” Inmiddels bestaat de samenwerking met DAF al ruim veertig jaar en heeft MCM diverse bedrijven aan het klantenbestand toegevoegd. Een relatief klein klantenbestand met veel vaste klanten. Van een bakkerijmachinefabriek tot attractiebouw. Dat klanten een langdurige relatie met MCM aangaan, wijdt Pieter aan de sfeer van het bedrijf. “Kwaliteit leveren én op tijd, afspraken nakomen en goede contacten onderhouden met de klant. Dat is kenmerkend voor MCM.” Naast een vast klantenbestand heeft MCM ook een vast personeelsbestand. Veel medewerkers werken er tientallen jaren. “Er is praktisch geen verloop. Het is een hechte groep en bij de pauze gaat bijvoorbeeld iedereen gezamenlijk koffie drinken.” Naast de meewerkende directie werken er achttien man bij MCM en dat is precies genoeg voor Pieter. “Ik ben geen streber om een groot bedrijf te krijgen. Een man of twintig is goed voor mij. Dan zijn de lijnen nog kort en is het mogelijk om flexibel te werken. Ik heb er bewust voor gekozen om het bedrijf klein te houden.”

Werk en privé 
Naast de technisch opgeleide mensen werkte Pieter tot ongeveer 1983 nog mee in de fabriek.

“Ik was altijd aan het werk. Dag en nacht. Zeker in de beginjaren was ik weinig thuis. Wat mijn vrouw daar van vond? Dat ging altijd goed. Werk en privé lopen over in elkaar. Zij regelde na het overlijden van de boekhouder de administratie en financiën. Daar heb ik mij nooit mee beziggehouden. Ik heb heel veel steun aan haar gehad.” Pieter heeft het werk nooit als werken ervaren. “Mijn werk is mijn hobby. Dat moet ook wel, anders had ik het nooit zo lang op kunnen brengen.”

Meegaan met de tijd 
Pieter van de MortelDe ondernemer in hart en nieren ziet de tijden veranderen.
“Ik ben een ondernemer van de oude generatie, waarin het naar mijn mening gemoedelijker, persoonlijker en niet zo gehaast ging. Of die tijd beter is? Af en toe wel denk ik. Er kon toen wel eens iets misgaan. Klanten kwamen bij je thuis en dan loste je dat op. Nu is alles harder geworden. Contact verloopt veelal per e-mail.” Met een beetje weemoed, duidelijk herkenbaar in de donkere ogen, kijkt de ras-ondernemer terug op de tijd. “Het gaat allemaal te snel om het bij te houden. Mijn generatie kan hier moeilijker mee omgaan. Dit is voor mij het juiste moment om eruit te stappen.” En dat is mogelijk nu zijn enige zoon het bedrijf over wil nemen. Opgegroeid tussen de machines maakt Pim al op vroege leeftijd kennis met de techniekindustrie. Net als zijn vader ontwikkelt ook hij al snel een voorliefde voor het vak. “Hij werkt al vanaf zijn twaalfde bij het bedrijf. Ik heb altijd gezegd dat hij eerst moest gaan studeren en dan pas in de zaak mocht komen. En dat heeft hij gedaan. Drie jaar geleden was hij klaar met zijn studie en kwam hij thuis werken. In deze tijd is er al veel veranderd op organisatieniveau.

Dat maakt mij trots. Ik heb een mooie zaak opgebouwd die blijft bestaan en voortgezet wordt door mijn zoon.” Met een gerust hart kan Pieter in september, als hij 65 wordt, een stapje terug doen. Helemaal uit de zaak verdwijnt hij overigens niet. “Stilzitten is niks voor mij. Als ik niks te doen heb, zal ik binnenlopen.” 
Pieter is helemaal klaar om het stokje over te geven en kijkt uit naar de ontspannen tijd die hij tegemoet gaat. “Heerlijk. Kan ik zelf mijn tijd indelen. Misschien ga ik wel de boodschappen voor de zaak doen; het spuitwerk brengen en ophalen. Of ik ga naar relaties toe. Zolang ik het kan, blijf ik het doen en ik hoop het nog lang vol te houden.